Abram Arie IJzerman

20150503_09.JPG

Wat baat de moord aan dit

jonge leven?

Zij dronken kort, maar diep,

uit’s levens bron!

Zij hebben door hun jonge sterven

meer gegeven

Dan menigeen in jaren soms

ons geven kon.

 

Toen het bericht van je heengaan me bereikte ging er een schok
door me heen. Ik kon het bijna niet geloven dat het waar was.
Maar je broer Jan vertelde het me, er was dus geen twijfel mogelijk.
En nog drong het niet helemaal tot me doordat jij, de altijd vrolijke
Bram, ons voor immer verlaten had. De tijd leerde, dat de droeve
tijding maar al te waar was. Je taak op aarde was van korte duur.
Nog niet eens twintig jaar en nu al weg genomen. Maar je hebt niet
tevergeefs geleefd Bram. Door je dapper en moedig gedrag ben je
een voorbeeld geweest voor vele jongeren. Je hebt hen de weg
gewezen, die ze moeten gaan. Je hebt hen leren beseffen, dat een
jonge man zijn plicht moet doen tot in de dood.

Je hebt je een goed padvinder getoond.
Je hebt met de daad bewezen, dat je belofte, die je aflegde, niet een
holle phrase was. Nog zie ik je als klein welpje voor de Nederlandse
vlag staan, de linkerhand op het dierbare dundoek gelegd en met
je rechterhand het saluut makend. Nog hoor ik je helder en duidelijk
de welpenbelofte uitspreken, je trouw beloven aan je God en je
land, iedereen te helpen waar je kan en de padvinderswet te gehoor-
zamen. Toen wist je nog niet, dat je je trouw aan je vaderland met
de dood moest bekopen.

Fijne uren hebben we samen gehad Bram. Jij als welp, ik als je leider.
Wat hadden we een moeite, de dingen die je uit je hoofd moest
leren er in te pompen. Dat viel voor jou niet mee. Maar als het op
practisch werken aankwam, dan was je nummer één. Was dit een
eigenschap, die je van je vader geërfd had? Immers deze was ook
technisch zeer bekwaam? Wat een fijn karakter had je Bram. Je
was altijd even vrolijk Tenminste voor de buitenwereld. Ik weet
ook heel goed, dat je erg moeilijk kon zijn. Dat je je ouders soms
zeer veel zorg baarde. Maar meestal liet je de zonzijde van je leven
zien, en daardoor was je zeer populair bij je kameraden. Als jongen
reeds en later zeer zeker niet minder. Toch was je moeilijk te be-
naderen. Je gaf je niet gauw. Maar wanneer je je gaf, dan deed je
dit ook met heel gehele ziel. Was je tegen iemand, dan haatte je hem
tot in het binnenste van je hart. Je welpenleven is wel één van de
mooiste tijdperken in je korte bestaan geweest. Later kwamen studie-
en beroepsmoeilijkheden. Toen je welp was leefde je er nog onbe-
zorgd op los. Leefde je nog in de romantische tijd van je jeugd zijn.
Wat was de Akela trots op je en wat hield jij veel van haar.
Ze had het erg moeilijk, toen ze van je overgaan naar een andere
wereld hoorde. Ik noem dat overgaan Bram, want ik geloof in een
leven na dit leven, in een voortbestaan van de menselijke geest.
Bram weet je ook wat ik altijd erg in je bewonderd heb: Je ont-
zagelijk grote liefde voor dieren en planten. De natuur, zowel de dode
als de levende, was je vriend. Met welk een liefde verzorgde je de
bloemen en de huisdieren. Dat was een mooie karaktereigenschap,
Bram! De meeste mensen zijn hard en liefdeloos voor hun mede-
schepselen, vooral als het maar een dier is. Van paarden hield je ook
zoveel. Was het de liefde voor het dier, die je naar het boerenbedrijf
toe dreef? Was het je zin voor practisch werk, die je een bij uitstek
Hollands beroep deed kiezen? Op vele boerderijen bekwaamde je
je in het land- en veeteeltbedrijf. Op de lagere landbouwschool
werd je theoretisch opgeleid. In Geldermalsum behaalde je een
schitterend einddiploma.

Verschillende boeren zullen met eerbied aan je terugdenken. Werkte
je niet in het fruit- en boomgaardbedrijf van de Kruif te Buren en
in het groot landbouw- en paardenbedrijf te Deil? En was je niet
werkzaam in het boerenbedrijf van den heer Grandia te Marien-
waard bij Trecht? Wat een werk heb je hier verzet en wat een vak-
kennis opgedaan. Zeg Bram, weet je ook waarom je vrienden je
zo graag mochten? Om je grote sportiviteit. Vooral in het zwemmen
blonk je nog al uit. Ze mochten je ook graag om je grote moed.
Was je niet lange tijd koerier voor den illegaal werkenden kapitein
Berens van het Ned. leger en deed je niet veel gevaarlijk werk voor
je vader?

Eric Kiel vertelde mij, dat je met hem en nog iemand kabels hebt
doorgeknipt en dat je als lid van de knokploeg meer moeilijke
karweitjes hebt opgeknapt. Op eigen gelegenheid haalde je een
mitrailleur uit een op de Stakenberg neergeschoten vliegtuig. Daar
was toch moed voor nodig! Wat hebben we je bewonderd, dat je
ondanks de martelingen van de Duitsers bleef zwijgen en zo tien-
tallen van de dood redde. Wat waren we blij, toen Ds. Van Dijken,
die op een gegeven dag in noodweer naar Amsterdam fietste om
te weten te komen hoe jullie proces liep, meedeelde dat alles er
gunstig voorstond. Wat is er veel moeite gedaan jullie vrij te krijgen.
Omdat er een munitie-auto de lucht inging moesten jullie je dierbare
levens geven. Wrede speling van het noodlot!

Nogmaals Bram, we zijn er trots op, dat je padvinder bent geweest.
We vinden het een eer, dat je de belofte daadwerkelijk hebt nage-
volgd. De verkenners van nu kunnen in jou een voorbeeld zien van
trouw, vriendschap,en plichtsbetrachting. We sluiten ons volkomen aan
bij de woorden, die je hopman aan het graf zei:
,,Moge jouw voorbeeld de jeugd van nu klaar wakker maken en
doen beseffen, dat er voor de jongeren toch zo’n heel belangrijke
taak is weggelegd bij de wederopbouw van ons land.” Wanneer de
jeugd van dit ideaal doordrongen wordt, is jouw offer niet tevergeefs
geweest.

 

 

Het is de heilige vriendschap
Die opbloeit in deze nood,
Als een goddelijke boodschap
Die duurt tot in de dood.

 

Bagheera Henk van der Duim

 Nunspeet 1945